adelantar
Spaans
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
adelantar |
adelantaba |
adelantado |
volledig |
Werkwoord
adelantar
Woordafbreking
- a·de·lan·tar
- onovergankelijk opschieten, vorderen
- vooruitgaan, vooruitgang boeken
- bereiken, winnen, zich opwerken
- voorlopen (van uurwerk)
- overgankelijk vervroegen
- versnellen, bespoedigen, inhalen (in het verkeer)
- vooruitbetalen, vervroegen
- vooruitzetten (uurwerk)
Verwante begrippen
- adelantado, adelantamiento, adelantarse, adelante, adelanto
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.