verpletteren
Nederlands
Woordafbreking
- ver·plet·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘te pletter drukken’ voor het eerst aangetroffen in 1588 [1]
- afgeleid van pletten met het voorvoegsel ver- [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verpletteren |
verpletterde |
verpletterd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
verpletteren
- overgankelijk vernietigend platslaan
- "Wij zullen Maleisië verpletteren!" kondigde Soekarno aan.
- Als verpletterd staarden alle inwoners van Perspektivum naar de Groenoor die de brief had voorgelezen.[3]
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
- verplettering
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord verpletteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verpletteren' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "verpletteren" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- verpletteren op website: Etymologiebank.nl
- Herzen, Frank De zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 94
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.