vermorzelen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·mor·ze·len
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘verbrijzelen’ voor het eerst aangetroffen in 1532 [1]
  • afgeleid van morzelen met het voorvoegsel ver- [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vermorzelen
vermorzelde
vermorzeld
zwak -d volledig

Werkwoord

vermorzelen

  1. overgankelijk in kleine stukken slaan, pletten
    • Hij vermorzelde het kostbare porselein toen hij er onverhoeds op viel. 
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vermorzelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.