verpleger

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·ple·ger
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van verplegen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord verpleger verplegers
verkleinwoord verplegertje verplegertjes

Zelfstandig naamwoord

verpleger m

  1. (beroep) iemand met de opleiding tot het geven van verpleegkundige zorg
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord verpleger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.