verpleger
Nederlands
Woordafbreking
- ver·ple·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verpleger | verplegers |
verkleinwoord | verplegertje | verplegertjes |
Zelfstandig naamwoord
verpleger m
- (beroep) iemand met de opleiding tot het geven van verpleegkundige zorg
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord verpleger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verpleger' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.