verlijden
Nederlands
Woordafbreking
- ver·lij·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verlijden |
verleed |
verleden |
klasse 1 | volledig |
Werkwoord
- ergatief (juridisch) van een acte ten einde lopen, verlopen
- Het contract was nog niet verleden.
- overgankelijk (juridisch) een notariële acte geldigheid verlenen
- De notaris verleed het koopcontract en de koop was een feit.
Synoniemen
- [2]: passeren
Gangbaarheid
- Het woord verlijden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verlijden' herkend door:
54 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.