verf

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verf    (hulp, bestand)
  • IPA: /vɛrf/
Woordafbreking
  • verf
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘kleurstof’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1375 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord verf verven
verkleinwoord verfje verfjes

Zelfstandig naamwoord

verf v/m

  1. (schilderkunst) de algemene benaming voor een product dat bedoeld is om voorwerpen te beschermen tegen de weersomstandigheden of te kleuren door ze van een pigmenthoudende laag te voorzien
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Niet uit de verf komen.
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
verven

verf

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verven
    • Ik verf. 
  2. gebiedende wijs van verven
    • Verf! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verven
    • Verf je? 

Gangbaarheid

  • Het woord verf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.