verdedigen

Nederlands

Uitspraak

Geluid: verdedigen (hulp, bestand)

Woordafbreking

ver·de·di·gen

Woordherkomst en -opbouw

In de betekenis van ‘afweren, weerleggen’ voor het eerst aangetroffen in 1573 [1]
afgeleid van dadinge met het voorvoegsel ver- [2]

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
verdedigen	verdedigde	verdedigd
zwak -d	volledig

Werkwoord

verdedigen

overgankelijk beschermen tegen een aanval

- Zij verdedigden de stad tot de laatste man.

Hyponiemen

uitverdedigen

Afgeleide begrippen

verdedigbaar, verdediger, verdediging, verdedigster

Vertalingen

1. beschermen tegen een aanval

Duits: verteidigen ^(de)
Engels: defend ^(en)
Frans: défendre ^(fr)
Japans:
- Kanji: 守る ^(ja)
- Hiragana: まもる ^(ja)
- Romaji: mamoru ^(ja)

Italiaans: difendere ^(it)
Limburgs: besjörme ^(li), verwaere ^(li)
Papiamento: defendé
Pools: bronić ^(pl)
Roemeens: apăra ^(ro)
Spaans: defender ^(es), proteger ^(es)

Gangbaarheid

Het woord verdedigen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verdedigen' herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.