velg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  velg    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /vɛlχ/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /vɛlx/
Woordafbreking
  • velg
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘buitenrand van wiel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1364 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord velg velgen
verkleinwoord velgje velgjes

Zelfstandig naamwoord

velg v/m

  1. (techniek) de buitenrand van een wiel waar de band omheen zit
    • De velg van dat wiel was helemaal versleten. 
Hyponiemen
  • achtervelg, sportvelg, voorwielvelg
Afgeleide begrippen
  • velgbreuk, velgdrevel, velglint, velgmaten, velgnaden, velgpakking, velgprofiel, velgrem, velgwagen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord velg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.