veiling
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: veiling (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈvɛɪ̯.lɪŋ/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈvɛː.lɪŋ/
- (Limburg): /ˈvɛɪ̯.lɪŋ/
Woordafbreking
- vei·ling
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘openbare verkoping’ voor het eerst aangetroffen in 1385 [1]
- Naamwoord van handeling van veilen met het achtervoegsel -ing. [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | veiling | veilingen |
verkleinwoord | veilinkje | veilinkjes |
Zelfstandig naamwoord
veiling v
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
- veiling bij afslag, veiling bij opbod, veilingcatalogus, veilinghamer, veilinghuis, veilingklok, veilingkosten, veilingmeester, veilingnotering, veilingsite, veilingwezen
Vertalingen
1. een plaats waar goederen bij opbod of afslag verkocht worden
Gangbaarheid
- Het woord veiling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'veiling' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.