reetveger
Nederlands
Woordafbreking
- reet·ve·ger
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van reet zn en veger zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | reetveger | reetvegers |
verkleinwoord | reetvegertje | reetvegertjes |
Zelfstandig naamwoord
reetveger m
- (beroep) (historisch) persoon wiens werk het is om de rails voor de paardentram schoon te houden
- Een reetveger was iemand die de rails van de paardetram schoonmaakte: hij verwijderde dagelijks de ontlasting van de paarden en andere rommel uit de rails, zodat de trams onbelemmerd konden blijven rijden. [2]
- (scheldwoord) homoseksuele man
- Tot nu toe ben jij degenene [sic!] (…) die aan het tieren en redeloos aan het schelden bent. Van flikker tot reetveger. Heb je nog meer scheldwoorden? [3]
Gangbaarheid
- Het woord 'reetveger' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- Joustra, A. "reetkever" in: Homo-erotisch woordenboek. (1988) Thomas Rap, Amsterdam; ISBN 90 6005 266 8; p. 86; geraadpleegd 2019-01-11
- Spilt, N. "Spoortermen en begrippen. Reetveger" op website Langs de rails: NicoSpilt.com; geraadpleegd 2019-01-11
- Hafid reactie op 8 april 2008 om 10:10 uur onder Rotana (4 april 2008) op website: FrontaalNaakt.nl; geraadpleegd 2019-01-11
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.