vastspijkeren
Nederlands
Woordafbreking
- vast·spij·ke·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vast en spijkeren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vastspijkeren |
spijkerde vast |
vastgespijkerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
vastspijkeren
- overgankelijk met spijkers bevestigen
- Hij spijkerde de klamp vast met betonspijkers.
Vertalingen
1. met spijkers bevestigen
Gangbaarheid
- Het woord vastspijkeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vastspijkeren' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.