vastbeslotenheid
Nederlands
Woordafbreking
- vast·be·slo·ten·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van vastbesloten met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vastbeslotenheid | vastbeslotenheden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
vastbeslotenheid v [1]
- het vasthouden aan een genomen besluit en dit besluit ook uitvoeren
- De vastbeslotenheid van de minister zorgde ervoor dat de problemen veroorzaakt door de overstroming krachtig werden bestreden.
Gangbaarheid
- Het woord vastbeslotenheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.