vandalisme

Vandalisme

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • van·da·lis·me
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits of Frans, in de betekenis van ‘vernielzucht’ voor het eerst aangetroffen in 1825 [1]
  • Afgeleid van vandaal met het achtervoegsel -isme
enkelvoud meervoud
naamwoord vandalisme -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

vandalisme o

  1. het moedwillig en nodeloos beschadigen of vernietigen van andermans of openbaar eigendom
Verwante begrippen
Hyponiemen
Opmerkingen
  • Niet met een hoofdletter gespeld volgens regel 16.C.
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vandalisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.