vakdocent

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vak·do·cent
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vakdocent vakdocenten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

vakdocent m

  1. (onderwijs) (beroep) iemand die slechts één vak onderwijst
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord vakdocent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.