uitwendig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·wen·dig
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstellende afleiding van uit en de stam van wenden met het achtervoegsel -ig [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen uitwendiguitwendigeruitwendigst
verbogen uitwendigeuitwendigereuitwendigste
partitief uitwendigsuitwendigers-

Bijvoeglijk naamwoord

uitwendig

  1. zich aan de buitenkant bevindend
    • Zij leed aan een uitwendige infectie. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord uitwendig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.