uitcijferen
Nederlands
Woordafbreking
- uit·cij·fe·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit bw en cijferen ww
Werkwoord
uitcijferen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitcijferen |
cijferde uit |
uitgecijferd |
zwak -d | volledig |
- berekenen, becijferen, calculeren
- een moeilijk te lezen iets proberen te lezen
Gangbaarheid
- Het woord uitcijferen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.