uitbroeden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·broe·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitbroeden
broedde uit
uitgebroed
zwak -d volledig

Werkwoord

uitbroeden

  1. overgankelijk eieren verwarmen totdat deze uitkomen
    • Zodra de eieren van nestvlieders uitgeboed zijn, verlaten de jongen het nest. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord uitbroeden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.