uitbeitelen
Nederlands
Woordafbreking
- uit·bei·te·len
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit bw en beitelen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitbeitelen |
beitelde uit |
uitgebeiteld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
uitbeitelen
- overgankelijk met een beitel uithakken
- Stop eens met het uitbeitelen van dat hout!
Vertalingen
1. met een beitel uithakken
Gangbaarheid
- Het woord uitbeitelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.