typologie

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • ty·po·lo·gie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘leer der typen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
  • afgeleid van het Griekse τύπος 'tupos' (slag, vorm, afdruk) of van type met het achtervoegsel -logie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord typologie typologieën
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

typologie v [3]

  1. een indeling van een groep personen, beschrijvingen, objecten op basis van (een aantal) kenmerken
Hyponiemen
Vertalingen
    1.   

Gangbaarheid
  • Het woord typologie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen
  1. "typologie" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
  2. typologie op website: Etymologiebank.nl
  3. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.