type

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ty·pe
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vorm, soort’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord type typen
types
verkleinwoord typetje typetjes

Zelfstandig naamwoord

type o

  1. door bepaalde karakteristieken herkenbare soort
    • Dit type is al enige tijd vervangen door andere sjablonen. 
    • Weet u het verschil tussen soort en type? 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
typen

type

  1. aanvoegende wijs van typen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord type staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
type types

Zelfstandig naamwoord

type

  1. soort, type

Frans

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

type m

  1. (spreektaal) vent, man
  1. «J'ai eu une touche avec ce type-là.»
    Ik had sjans met die vent. [1]

Verwijzingen

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈtyːpə /
Woordafbreking
  • ty·pe
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van de Griekse woorden typos en typein
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   type     typen     typer     typene  
genitief   types     typens     typers     typenes  

Zelfstandig naamwoord

type, m

  1. soort, type
Verwante begrippen
  • typisk

Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈtyːpə /
Woordafbreking
  • ty·pe
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van de Griekse woorden typos en typein
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   type     typen     typar     typane  

Zelfstandig naamwoord

type, m

  1. soort, type
Verwante begrippen
  • typisk
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.