trucker

Nederlands

trucker achter het stuur
Uitspraak
Woordafbreking
  • truc·ker
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van truck met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord trucker truckers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

trucker m

  1. (beroep) bestuurder van een truck
    • De FNV doet maandag aangifte tegen Nederlandse en Europese transportbedrijven die voor IKEA werken. De vakbond beschuldigt de bedrijven van fraude met rij- en rusttijden, ernstige uitbuiting van chauffeurs en illegale inzet van buitenlandse truckers. Het gaat om ECS in Zeebrugge en Venlo, Samskip Van Dieren in Genemuiden en Rotterdam, Brinkman Trans-Holland in Emmen, hun buitenlandse vestigingen en onderaannemers. [1] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord trucker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. NRC Eppo König 19 december 2016
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.