trigonometrie
Nederlands
Woordafbreking
- tri·go·no·me·trie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘driehoeksmeting’ voor het eerst aangetroffen in 1654 [1]
- afgeleid van het Griekse 'gōnon' (hoek) met het voorvoegsel tri- met het achtervoegsel -metrie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | trigonometrie | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
trigonometrie v [3]
- (wiskunde) een deel van de wiskunde die zich bezighoudt met driehoeken en in het bijzonder de goniometrische functies
Afgeleide begrippen
- trigonometrisch
Gangbaarheid
- Het woord trigonometrie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'trigonometrie' herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.