traanbuis

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • traan·buis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord traanbuis traanbuizen
verkleinwoord traanbuisje traanbuisjes

Zelfstandig naamwoord

traanbuis v/m

  1. (anatomie) een buisvormig orgaan dat overtollig traanvocht afvoert naar het neusslijmvlies
    • Een verstopte traanbuis bij pasgeboren baby's, ook wel dacryostenose genoemd, is een aangeboren afwijking. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord traanbuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.

Meer informatie


Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord traanbuis traanbuise

Zelfstandig naamwoord

traanbuis

  1. (anatomie) traanbuis
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.