toezeggen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·zeg·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
toezeggen
zegde toe
zei toe
toegezegd
onregelmatig

zwak -d

volledig

Werkwoord

toezeggen

  1. ditransitief beloven, verzeggen
    • Hij had toegezegd deze verandering te zullen ondersteunen. 
    • Zij hadden dat niet toegezegd gekregen. 
    • Pensioendomper voor Belgische ex-koning: Koning Albert, die de Belgische troon in 2013 afstond aan zijn zoon Filip, loopt jaarlijks een half miljoen euro aan pensioen mis. De toenmalige premier Elio Di Rupo had de 82-jarige oud-vorst destijds 1,4 miljoen euro toegezegd, maar vicepremier Alexander De Croo ging niet akkoord. Het bleef bij 923.000 euro. [1] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord toezeggen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.