tering

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·ring
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘tuberculose’ voor het eerst aangetroffen in 1485 [1]
  • Naamwoord van handeling van teren met het achtervoegsel -ing [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord tering -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

tering v [4] [5]

  1. consumptieve uitgaven
    • Hij was gedongen de tering naar de nering te zetten. 
  1. (geschiedenis), (medisch) een verzamelnaam voor ziektes zoals tuberculose en kanker die een dodelijke afloop hadden
    • Men leefde in angst voor de tering. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • keeltering, longtering, ruggenmergtering
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • De tering naar de nering zetten
niet meer uitgeven dan dat je hebt
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.