tegengesteld
Nederlands
Woordafbreking
- te·gen·ge·steld
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van tegenstellen: voltooid deelwoord (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling van tegen bw en gesteld ww
Werkwoord
vervoeging van |
---|
tegenstellen |
tegengesteld
- voltooid deelwoord van tegenstellen
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | tegengesteld | tegengestelder | tegengesteldst |
verbogen | tegengestelde | tegengesteldere | tegengesteldste |
partitief | tegengestelds | tegengestelders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
tegengesteld
- de negatieve waarde van iets hebbend
- Hij heeft precies tegengestelde plannen.
Vertalingen
1. de negatieve waarde van iets hebbend
Gangbaarheid
- Het woord tegengesteld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tegengesteld' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.