gesteld
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gesteld (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /χə.ˈstɛɫt/
- (Vlaanderen, Brabant): /ɣə.ˈstɛɫt/
- (Limburg): /ɣə.ˈstɛld/
Woordafbreking
- ge·steld
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘gehecht’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1451 [1]
- vervoeging van stellen: de stam met omvoegsel ge- -d [2] [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gesteld | ||
verbogen | gestelde |
Bijvoeglijk naamwoord
- in een bepaalde toestand verkerend (bij samenstellingen omschreven in het eerste lid)
Afgeleide begrippen
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord gesteld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gesteld' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "gesteld" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- gesteld op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.