te ongelegener tijd
Nederlands
Woordafbreking
- te on·ge·le·ge·ner tijd
Woordherkomst en -opbouw
- uit te (voorzetsel), ongelegen (bijvoeglijk naamwoord) met het achtervoegsel -er oude (datief) en tijd (zelfstandig naamwoord)
Frase
te ongelegener tijd
- op een ongeschikt tijdstip
- (...) hinderlijke nieuwsgieren die, door een te ongelegener tijd geblitzte foto. een krankzinnige boer tot moord op de pastoor drijven. [1]
Antoniemen
- te gelegener tijd
Opmerkingen
- Toen het Nederlands nog naamvallen kende, werd na het voorzetsel "te" de derde naamval, datief, gebruikt. Bij "te ongelegener tijd" gaat het om een versteende uitdrukking waarin het geslacht van het zelfstandig naamwoord "tijd" nog vrouwelijk is, daarom wordt de datief gevormd met "-er". In het Middelnederlands kon "tijd" zowel vrouwelijk als mannelijk zijn. In een uitdrukking als te allen tijde is tijd mannelijk en wordt de uitgang "-en" gebruikt.
Verwijzingen
- Heyn, J. jr. "Een boek om over te praten. De Kleine Ark" in: De Telegraaf jrg. 56 nr. 20606 (21 november 1953; p. 9 kol. 3; geraadpleegd 2015-09-01
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.