talenknobbel
Nederlands
Woordafbreking
- ta·len·knob·bel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van taal en knobbel met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | talenknobbel | talenknobbels |
verkleinwoord | talenknobbeltje | talenknobbeltjes |
Zelfstandig naamwoord
talenknobbel m
- een speciaal talent voor het aanleren van vreemde talen
- Hij heeft overduidelijk een talenknobbel, want hij spreekt vloeiend Nederlands, Engels, Frans, Duits en Spaans.
Vertalingen
1. een speciaal talent voor het aanleren van vreemde talen
Gangbaarheid
- Het woord talenknobbel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'talenknobbel' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.