frenologie
Nederlands
Woordafbreking
- fre·no·lo·gie
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘beoordeling van karakter en geestelijke vermogens naar de vorm van de schedel’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
- afgeleid van het Griekse 'phrèn' (inborst) met het achtervoegsel -logie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | frenologie | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
frenologie v
- leer volgens welke men uit de vorm van de schedel het bezit van bepaalde eigenschappen zou kunnen afleiden
Gangbaarheid
- Het woord frenologie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'frenologie' herkend door:
59 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.