tabla
Nederlands
Woordafbreking
- ta·bla
Zelfstandig naamwoord
tabla m/v
- (muziek) stel van twee trommels die iets verschillen in grootte en klank, zoals veel gebruikt in de muziek uit Zuid-Azië
- Kijk, ik ben opgegroeid met westerse muziekinstrumenten. Als ik nu tabla of harmonium [traditionele hindostaanse muziekinstrumenten (…)] zou gaan spelen, zou ik toneelspelen. [2]
- (muziek) (in het bijzonder) de kleinere trommel met een wat hogere toon van het stel van twee trommels zoals veel gebruikt in de muziek uit Zuid-Azië
Deze trommel wordt door rechtshandigen met de rechterhand bespeeld.
- De rechtertrommel wordt tabla of 'dayan' genoemd (dit betekend rechts). [3]
Synoniemen
- [2] dayan
Gangbaarheid
- Het woord tabla staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tabla' herkend door:
18 % | van de Nederlanders; |
28 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- tabla op website: Etymologiebank.nl
- Kempen, M. van "Jonge Surinaamse schrijvers: Een idealistische generatie met de hand op de knip" in: Restant jrg. 20 nr. 4 (1992) op website: dbnl.org; p. 15; geraadpleegd 2019-02-18
- Verheul, R.W. De Tabla op website: hccnet.nl; p. 15; geraadpleegd 2019-02-18
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.