taart

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  taart    (hulp, bestand)
  • IPA: /taːrt/
Woordafbreking
  • taart
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gebak’ voor het eerst aangetroffen in 1302 [1]
  • van het Oudfranse tarte
enkelvoud meervoud
naamwoord taart taarten
verkleinwoord taartje taartjes

Zelfstandig naamwoord

taart v/m

  1. (voeding) cirkelvormig gebak, gemaakt van deeg en afgewerkt met slagroom, vruchten of marsepein
  2. (scheldwoord) (veelal oudere) vrouw
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord taart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.