synagoog
Nederlands
Woordafbreking
- sy·na·goog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | synagoog | synagoges synagogen |
verkleinwoord | synagoogje | synagoogjes |
Zelfstandig naamwoord
synagoog v/m
Afgeleide begrippen
- synagooggebouw
Verwante begrippen
- beet haknesset, beet knesset, beet tefila, beis haknesses, beis knesses, esnoga, mikdasj meat, sjoel, sjtiebel, snoge
Gangbaarheid
- Het woord 'synagoog' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'synagoog' herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.