surveillant
Nederlands
Woordafbreking
- surĀ·veilĀ·lant
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van surveilleren met het achtervoegsel -ant
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | surveillant | surveillanten |
verkleinwoord | surveillantje | surveillantjes |
Zelfstandig naamwoord
surveillant m
- iemand die (tijdens een examen) surveilleert (toezicht houdt)
- De surveillant wist de vraag van de examenkandidaat zo gauw ook niet te beantwoorden. [1]
- (beroep) politieambtenaar met een rang tussen aspirant en agent
Hyponiemen
- politiesurveillant
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord surveillant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'surveillant' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.