proctor

Engels

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
enkelvoud meervoud
proctor proctors

Zelfstandig naamwoord

proctor

  1. (VS) surveillant; iemand die toezicht houdt tijdens een examen
  2. (VK) een bepaalde positie bij een universiteit
  3. (VK) (juridisch) iemand die bij bepaalde kerkelijke rechtzittingen als raadsman optreedt
vervoeging
onbepaalde wijs to proctor
he/she/it proctors
verleden tijd proctored
voltooid
deelwoord
proctored
onvoltooid
deelwoord
proctoring
gebiedende wijs proctor

Werkwoord

proctor

  1. surveilleren
  2. (VK) (juridisch) als proctor optreedt
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.