struikrover

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • struik·ro·ver
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord struikrover struikrovers
verkleinwoord struikrovertje struikrovertjes

Zelfstandig naamwoord

struikrover m

  1. (beroep) iemand die vanuit een hinderlaag reizigers berooft
    • Veel edelen in de vroege middeleeuwen waren niet veel meer dan gemene struikrovers. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord struikrover staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.