stoelgang

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stoel·gang
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stoelgang
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

stoelgang m

  1. het proces van zich op gezette tijden ontlasten van fecaliën
    • De stoelgang was gestoord als gevolg van zijn ziekte. 
  1. (medisch) medische term voor de menselijke uitwerpselen zelf
    • Heeft u al stoelgang gemaakt? 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord stoelgang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.