stimuleren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sti·mu·le·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘aansporen’ voor het eerst aangetroffen in 1669 [1]
  • afgeleid van het Franse stimuler (met het achtervoegsel -eren) [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
stimuleren
stimuleerde
gestimuleerd
zwak -d volledig

Werkwoord

stimuleren [3]

  1. overgankelijk maatregelen nemen om iets te bevorderen
    • De regering trachtte de economie te stimuleren om een depressie te vermijden. 
    • Het hormoon leptine blijkt de groei van zenuwuitlopers rond vetcellen te stimuleren, waardoor de vetafbraak wordt gestimuleerd. [4] 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord stimuleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.