stilte
Nederlands
Woordafbreking
- stil·te
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘het stil-zijn’ voor het eerst aangetroffen in 1573 [1]
- Afgeleid van stil met het achtervoegsel -te. [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stilte | stilten stiltes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
stilte v
- het ontbreken van geluid
- In de kerk is absolute stilte vereist om te bidden.
- Toen het Moeraspaard uitgesproken was viel er even een diepe stilte, slechts onderbroken door het klotsen van het water tegen de oever. [3]
Verwante begrippen
Hyponiemen
- etherstilte, grafstilte, mediastilte, radiostilte, windstilte
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord stilte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stilte' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "stilte" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- stilte op website: Etymologiebank.nl
- Herzen, Frank De zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 56
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.