stekelig
Nederlands
Woordafbreking
- ste·ke·lig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | stekelig | stekeliger | stekeligst |
verbogen | stekelige | stekeligere | stekeligste |
partitief | stekeligs | stekeligers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
stekelig
- met stekels bezet
- Dat is wel een erg stekelige plant.
Antoniemen
- stekelvrij
Afgeleide begrippen
- stekeligheid
Vertalingen
1. met stekels bezet
Bijwoord
stekelig
- scherp, bits
- Een stekelig antwoord.
Gangbaarheid
- Het woord stekelig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stekelig' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.