stein

Limburgs
Uitspraak
  • IPA: /ˈstɛɪn/ (Etsbergs)

Bijvoeglijk naamwoord

stein

  1. stenen

Zelfstandig naamwoord

stein m

  1. steen
  2. rots
  3. gesteente
Verbuiging
enkelvoud meervoud
geheel gemuteerd verkleind gemuteerd verkleind geheel gemuteerd verkleind gemuteerd verkleind
nominatief stein-steinke-stein-steinkes-
genitief steins-steinkes-stein-steinkes-
locatief steines-steineske-steinese-steineskes-
datief steine-steinke-stein-steinkes-
accusatief stein-steinke-stein-steinkes-


Noors
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / stæjn /
Woordafbreking
  • stein
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse naamwoord steinn
Naar frequentie 1529
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   stein     steinen     steiner     steinene  
genitief   steins     steinens     steiners     steinenes  

Zelfstandig naamwoord

stein m

  1. (geologie) steen
  2. (geologie) rots
  3. (geologie) gesteente
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
   
  • gråsteinsmur
  • gråsteinsmurer
  • gråsteinsmuring
  • løsteinsmur
  • løsteinsmurer
  • løsteinsmuring
  • maskinsteinsmur
  • maskinsteinsmurer
  • maskinsteinsmuring
  • natursteinsmur
  • natursteinsmurer
  • natursteinsmuring
  • rullesteinsmur
  • steingjerder
  • steingjerde
  • steinmur
  • steinmurer
  • steinmuring
  • steingard
  • steinhage
  • steinbed
  • tørrmurstein


Nynorsk
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / stæjn /
Woordafbreking
  • stein
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse naamwoord steinn
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   stein     steinen     steiner     steinene  

Zelfstandig naamwoord

stein m

  1. (geologie) steen
  2. (geologie) rots
  3. (geologie) gesteente
Afgeleide begrippen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.