sportster

Nederlands

Uitspraak

(heteroniem)

Woordafbreking
  • sport·ster
Woordherkomst en -opbouw
  • geen samenstelling maar afleiding van sport:
  • Naamwoord van handeling van sporten met het achtervoegsel -ster
enkelvoud meervoud
naamwoord sportster sportsters
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

sportster v

  1. vrouwelijke beoefenaarster van een sport
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sportster sportsterren
verkleinwoord sportsterretje sportsterretjes

Zelfstandig naamwoord

sportster v / m

  1. persoon die uitblinkt in sport
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord sportster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.