split

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • split
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘insnijding in kleding’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1903 [1]
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘whisky met sodawater’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1897 [1]

Werkwoord

vervoeging van
splitten

split

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van splitten
  2. gebiedende wijs van splitten

Gangbaarheid

  • Het woord split staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Engels

enkelvoud meervoud
split splits

Zelfstandig naamwoord

split

  1. splijting, verdeling, splitsing
vervoeging
onbepaalde wijs to split
he/she/it splits
verleden tijd split
voltooid
deelwoord
split
onvoltooid
deelwoord
splitting
gebiedende wijs split

Werkwoord

split

  1. splijten, verdelen
  2. splitsen
  3. ervandoor gaan
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.