splits
Nederlands
Woordafbreking
- splits
Werkwoord
vervoeging van |
---|
splitsen |
splits
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van splitsen
- Ik splits.
- gebiedende wijs van splitsen
- Splits!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van splitsen
- Splits je?
Gangbaarheid
- Het woord splits staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'splits' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.