splitsen
Nederlands
Woordafbreking
- split·sen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘verdelen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1570 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
splitsen |
splitste |
gesplitst |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
splitsen
- wederkerend zich ~: in twee of meer delen uiteen gaan
- Een stuk verderop splitst de weg zich.
- overgankelijk iets ~: in twee of meer delen opdelen
- Deze aandelen gaan gesplitst worden.
Vertalingen
1. in twee of meer delen uiteen gaan
2. in twee of meer delen opdelen
Gangbaarheid
- Het woord splitsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'splitsen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.