splitsen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  splitsen    (hulp, bestand)
  • IPA: /splɪtsə(n)/
Woordafbreking
  • split·sen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘verdelen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1570 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
splitsen
splitste
gesplitst
zwak -t volledig

Werkwoord

splitsen

  1. wederkerend zich ~: in twee of meer delen uiteen gaan
    • Een stuk verderop splitst de weg zich. 
  1. overgankelijk iets ~: in twee of meer delen opdelen
    • Deze aandelen gaan gesplitst worden. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord splitsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.