spinnijdig
Nederlands
Woordafbreking
- spin·nij·dig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van spin en nijdig bn
stellend | |
---|---|
onverbogen | spinnijdig |
verbogen | spinnijdige |
partitief | spinnijdigs |
Bijvoeglijk naamwoord
spinnijdig [1]
- heel erg boos
- De april-meistakingen sloegen diepe wonden in Twente en Salland. Spinnijdig openden de boeren daarna hun deuren voor onderduikers. Daardoor kon Ankie Stork binnen twee maanden haar filiaal uitbouwen tot een zelfstandige, wijdvertakte organisatie. [2]
- Dat ze applaus krijgt als ze ‘keihard’ optreedt tegen elke zweem van racisme in eigen rangen, maar ‘weggezet wordt als een ‘Trump-volgeling’ wanneer ze problemen benoemt, maakt Gwendolyn Rutten (Open VLD) spinnijdig. [3]
- Aangekomen bij de KNVB, werd mij snel duidelijk dat Kesler spinnijdig was. Enfin, na een half uurtje praten was ik een behoorlijk eind op weg. Totdat Hugo ineens het woord nam. ‘Meneer Kesler, uw medewerkers vertellen mij dat u geen humor hebt – ze hebben gelijk’. Tja, toen kon ik weer van voren af aan beginnen. Duurde het nog anderhalf uur eer we eruit waren.’ [4]
Gangbaarheid
- Het woord spinnijdig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'spinnijdig' herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Scholten, Jaap Horizon City [2014] ISBN 978-90-72603-35-7 pagina 340
- de Standaard 28/januari/2017 door jvt, jfja
- Volkskrant John Wanders 17 februari 2009
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.