toornig
Nederlands
Woordafbreking
- toor·nig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | toornig | toorniger | toornigst |
verbogen | toornige | toornigere | toornigste |
partitief | toornigs | toornigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
toornig
- in woede ontstoken
- De anders zo rustige man liet zich van zijn toornige zijde zien.
Gangbaarheid
- Het woord toornig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'toornig' herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.