razend

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ra·zend
Woordherkomst en -opbouw
  • Onvoltooid deelwoord van razen.
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen razendrazenderrazendst
verbogen razenderazendererazendste
partitief razendsrazenders-

Bijvoeglijk naamwoord

razend

  1. bijzonder heftig
    • Er stond een razende storm. 
  1. bijzonder boos
    • Hij werd razend toen hij dat hoorde. 
Synoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1]: razend populair
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
razen

razend

  1. onvoltooid deelwoord van razen

Gangbaarheid

  • Het woord razend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.