ziedend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ziedend    (hulp, bestand)
  • IPA: /'zidənt/
Woordafbreking
  • zie·dend
Woordherkomst en -opbouw
  • Onvoltooid deelwoord van zieden.
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ziedendziedenderziedendst
verbogen ziedendeziedendereziedendste
partitief ziedendsziedenders-

Bijvoeglijk naamwoord

ziedend

  1. witheet van woede
    • De man werd ziedend van die belediging. 
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
zieden

ziedend

  1. onvoltooid deelwoord van zieden

Gangbaarheid

  • Het woord ziedend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.