souteneur
Nederlands
Woordafbreking
- sou·te·neur
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘pooier’ voor het eerst aangetroffen in 1881 [1]
- Naamwoord van handeling van souteneren met het achtervoegsel -eur [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | souteneur | souteneurs |
verkleinwoord | souteneurtje | souteneurtjes |
Zelfstandig naamwoord
souteneur m [3]
- (beroep) man die leeft van de verdiensten van een prostituee, voor wie hij als beschermer optreedt
Afgeleide begrippen
- souteneurschap
Gangbaarheid
- Het woord souteneur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'souteneur' herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.